Boodschappen op de bon
Als gevolg van de bezetting waren in de oorlog veel producten schaars. Zo ontbrak het bijvoorbeeld steeds vaker aan brood en koffie bij het ontbijt.
Als gevolg van de bezetting waren in de oorlog veel producten schaars. Zo ontbrak het bijvoorbeeld steeds vaker aan brood en koffie bij het ontbijt.
De hongerwinter
Al voor de oorlog was de Theresiastraat een drukke winkelstraat. Hier bevond zich bijvoorbeeld de bekende Vleeshouwerij P. Slootweg & Zn. Er tegenover was de 's-Gravenhaagsche Melkinrichting 'De Sierkan'. Vanaf het begin van de oorlog ondervonden de inwoners van Bezuidenhout de gevolgen van de bezetting; er kwamen distributiemaatregelen voor onder andere vlees, melk, textiel, zeep, brood, bloem, koffie en thee, om te zorgen dat deze producten eerlijk verdeeld werden. Ze konden alleen nog worden gekocht met bonnen. Meer en meer artikelen gingen ʻop de bonʼ.
Eindredactie: Stichting 3 maart '45
Voorafgaand aan het grote vergissingsbombardement op 3 maart 1945 werd al in februari het aantal luchtaanvallen op de Duitse raket-installaties flink opgevoerd met 'pin point' bombardementen. Dit waren bombardementen gericht op kleine objecten. Op 2 maart werd dit de directe omgeving van het Spaarwaterlaantje fataal.
Het bombardement van de V2-installaties door de geallieerde troepen was niet goed gepland. Er was onvoldoende rekening gehouden met aanwezige bewoners en de kracht van de wind. Als gevolg van de harde wind vielen de bommen op Bezuidenhout-Oost in plaats van in het bos.
Op 2 maart vielen de bommen van een mislukt 'pinpoint-bombardement' op het Spaarwaterlaantje, de Van Linschotenstraat en de Cornelis Houtmanstraat. De branden die ontstonden, vormden het grootste risico voor de wijk. Door de oorlog resteerde er weinig blusmateriaal. Ook waren er bijna geen brandweermensen. De brandweer die er was, moest voorrang geven aan blussen bij het Korte Voorhout. Een paar uur na het bombardement kwam de brandweer met een motorspuit in de Van Linschotenstraat.
De woningen in deze straten en de Theresiastraat daar tegenover, waren verwoest of onherstelbaar beschadigd. Bij de wederopbouw van de wijk kwamen de Van Linschotenstraat en het Spaarwaterlaantje niet meer terug. In plaats daarvan werd dwars op de Cornelis Houtmanstraat en met een bocht naar de Theresiastraat de Spaarwaterstraat aangelegd.
Tot het bombardement hadden de bewoners van de 'Vijf Huizen' aan de Bezuidenhoutseweg een vrij uitzicht richting Theresiastraat. Na het bombardement waren al deze huizen verwoest. In plaats van een veldje tussen Bezuidenhoutseweg en Theresiastraat kwam er een veldje tussen de Spaarwaterstraat en de Theresiastraat: het Spaarwaterveld.
Tekst: Mariska Kastelic & Jeffrey Lemm
Beeld: Haags Gemeentearchief
Eindredactie: Stichting 3 maart '45
Maart 1945, Het westen leed honger! 'Voedseldroppings' werden met de Duitsers afgesproken om een humanitaire ramp te voorkomen. En zo geschiedde ''Operatie Manna". Op 29 april vlogen grote groepen bommenwerpers laag over Holland en Utrecht en lieten geen bommen maar voedselpakketten vallen.
In januari 1945 stuurden de geallieerden drie schepen van het Zweedse Rode Kruis met meel naar Delfzijl. In Nederlandse bakkerijen werd hiervan het Zweedse wittebrood gebakken; deze werden dus niet uitgegooid door geallieerde vliegtuigen zoals velen zich herinneren. Toen het oosten van ons land stukje bij beetje werd bevrijd, bereikte het Zweedse meel het westen echter niet meer. Met de Duitsers werd overeengekomen niet op laag vliegende bommenwerpers te schieten zodat de Geallieerden 'voedseldroppings' konden uitvoeren.
De Haagse fotograaf Ed van Wijk ziet hoe op Duindigt de voedselpakketten uit de lucht vallen. Zijn vrouw Helga van Wijk schrijft: "Vanavond is hij … met een goede vangst terug gekomen, namelijk circa 70 Leica opnames van het uitwerpen en bijeenzoeken der pakketten en niet te vergeten een handje echte thee, dat we nu zitten te drinken als een godendrank."
Ed en Helga van Wijk hebben geluk. Maar voor de meeste Hagenaars komt na de eerste vreugde een grote teleurstelling. Mevrouw Chr. Kroes-Ligtenberg schrijft op zondag 29 april, "Vanmiddag op de Bezuidenhout zag ik twee sleperswagens met de bruine pakjes beladen, bewaakt door een Duitse militair". Een paar dagen later verzuchtte ze "nog steeds geen pakketten ontvangen en over het uitdelen van de inhoud is nog niets bekend".
De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied deed de voedseldropping af als een propaganda-truc. Wat men niet wist was dat de droppings op Duindigt en Ypenburg bestonden uit honderdduizenden pakketten en er meer dan 1.200 personen nodig waren voor het inzamelen, vervoeren en inventariseren van al het eten voordat het aan de mensen kon worden toegewezen na de bevrijding.
Tekst: Alexander Bary
Bronnen: Volkskrant 'Haagse Fotograaf Ed van Wijk maakte foto's van de voedseldropping', Aukje van Roessel, 29 april 1995; Haagse Tijden, Operatie Manna; NPO Geschiedenis, 'Geschenk uit de hemel, de mythe van het Zweedse brood', Femke Veltman.
Beeld: Haags Gemeentearchief
Eindredactie: Stichting 3 maart '45
In '44 en '45 waren in Den Haag 'wilde' knokploegen actief. De meest gewelddadige knokploeg werd geleid door 'majoor Braddock', schuilnaam voor W.J.K. Kicken. Naast roofovervallen (voornamelijk te eigen bate) pleegde de knokploeg aanslagen op Duitse soldaten om aan wapens te komen, zo ook op de Laan van NOI in december 1944.
Den Haag werd in het laatste jaar van de bezetting opgeschikt door acties van 'wilde' knokploegen. Deze acties werden niet goedgekeurd door de Stichting Landelijke Hulp aan Onderduikers (LO). Naast roofovervallen (voornamelijk te eigen bate) met dodelijke afloop op een zwarthandelaar, een juwelier en een postkantoor pleegde de knokploeg van Kicken aanslagen op Duitse soldaten om aan wapens te komen.
Op een avond in december 1944 loopt Kicken met een vrouwelijk knokploeglid aan zijn arm op de Laan van NOI. Een Duitse militair, een vaandrig van de Kriegsmarine en zoon van een Duitse admiraal passeert hen. Plotseling springt Kicken naar voren en schiet hem van achteren neer. Deze soldaat had geen pistool bij zich…. De vaandrig werd in de vroege ochtend van de 15e december zwaargewond gevonden. De Duitse bevelhebber Christiansen, de Wehrmachtsbefehlshaber i.d. Niederlanden, eiste represaille, aanvankelijk het doodschieten van twintig illegale werkers. Uiteindelijk werden twaalf aan de daad niet-schuldige Todeskandidate uit het Oranjehotel zonder enige vorm van proces terechtgesteld (de namen zijn op de website van de Oorlogsgravenstichting terug te vinden). Ook twee herenhuizen aan de Laan van Nieuw Oost Indië nummers 5 en 7 werden opgeblazen.
Een bewoner vertelde later aan zijn kleinzoon: 'Op 15 december 1944 moest ik naar het begin van de Laan van NOI. De afdeling gemeentewerken moest daar de resten opruimen die de Duitsers na het doodschieten van onschuldigen hadden achter gelaten. Twaalf Nederlanders waren vermoord en huizen vernield als represaille voor de dood van één Duitse militair'.
In totaal bracht Kickens knokploeg vijftien mensen om het leven. Snel na het einde van de oorlog werd hij opgepakt. Tijdens zijn proces eiste Kickens advocate ontslag van rechtsvervolging.'Met Kicken', zei ze, 'staat de hele illegaliteit terecht.' Haar pleidooi had indruk gemaakt op de rechter, Kicken kreeg vierenhalf jaar met aftrek.
De vernielde herenhuizen waren van binnen volgens de brandweer onherstelbaar beschadigd. De voorgevels stonden er eind 1946 nog. Aan de gevel van nummer 7 was een gedenkteken voor de twaalf gefusilleerde mannen. Twee jaar later werd deze ruïne ‘verbouwd’ en verdween het gedenkteken. Op 15 december 1948, vier jaar na de tragische gebeurtenis, werd bij de ingang van huisnummer 3-3a opnieuw een gedenkteken aangebracht. De onthulling van het gedenkbord werd gedaan door de heer Wanrooij, broer van een van de twaalf.
Toen het pand in februari 1972 in andere handen overging om er een Chinees restaurant in te vestigen, werd het grondig gerestaureerd en de gedenkplaat weggegooid. Door de reacties in een krant en door opmerkingen van de omwonenden zag de nieuwe eigenaar in dat hij een fout had gemaakt en omdat de oorspronkelijke werktekening nog aanwezig was, kon hij een getrouwe kopie maken.
Tekst: Alexander Bary
Bronnen: M. van Buuren, 2012, hoofdstuk 14 uit "De afrekening, Ontmaskering van het gewapend verzet"; Dr. L de Jong, 1981, deel 10b uit "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog"; Persoonlijke website Dhr. A van der Drift; Mars et Historia, Jaargang 16, nr 6, 1982; Dagblad 'Het Vaderland' van 4 en 6 juli 1972
Beeld: Haags Gemeentearchief
Eindredactie: Stichting 3 maart '45
De Laan van Nieuw Oost-Indië was ooit bestemd als autosnelweg naar het binnenland en Duitsland. Het bombardement maakte daar een eind aan.
Vanwege het opkomende autoverkeer besloot het Haagse stadsbestuur in de jaren dertig van de vorige eeuw de met statige huizen omzoomde laan te verbreden voor een snelle verbinding van Scheveningen naar Utrecht en Arnhem met aansluiting op het Duitse wegennet. Een stuk van het Haagse Bos moest daarvoor worden opgeofferd. Tevens sneuvelde in 1928 het tolhuis op de grens van Den Haag en Voorburg, na een trouwe dienst van 270 jaar.
De Laan van de NOI is echter niet lang een snelweg geweest. Bij de nieuwbouwplannen van na de Tweede Wereldoorlog werd de functie van autosnelweg overgenomen door de nieuw aan te leggen Utrechtsebaan. Een historisch belangrijke weg zal het evenwel altijd blijven. Tweeduizend jaar geleden gebruikten de Romeinen deze route al voor de verplaatsing van hun troepen en de verbinding met hun nederzettingen en ook de Graven van Holland benutten deze verbindingsweg tussen het Haagse Binnenhof en de rest van het land.
Tekst: Carel Wiemers
Beeld: Carel Wiemers
Eindredactie: Stichting 3 maart '45
Eind negentiende eeuw begon het Haagse stadsbestuur in de nieuwe woonwijk Bezuidenhout met de aanleg van een groots sportcentrum, dat er nooit kwam.
In het uitbreidingsplan had de gemeente in 1890 langs de Laan van Nieuw Oost-Indië op de hoek van de Theresiastraat een stuk grond gereserveerd van 32.000 vierkante meter voor de bouw van een ruime sporthal en een twee keer zo groot sportterrein. In 1896 werd met de bouw van de sporthal begonnen. In twee jaar tijd verrees een indrukwekkend pand met een bijzonder gedetailleerde en gedecoreerde gevel. Opgetrokken uit baksteen afgewisseld met terracotta.
In het jaar van oplevering van het gebouw nam de gemeente echter een ander plan aan, waarbij de droom van de bevolking dat er een unieke sportfaciliteit in het Bezuidenhout kwam, uiteenspatte. Er moesten toch nog meer woningen worden bijgebouwd. Het sportpark kwam er niet en het sportgebouw werd verkocht aan het bedrijfsleven. In 1990 wilde de gemeente er een winkelcentrum van maken, maar uiteindelijk kocht een squash en fitnessbedrijf (Jack Slagman) het gebouw, waarmee het zijn oorspronkelijke bestemming terug kreeg. In 2014 is Jack Slagman gestopt en is in 2016 in het gebouw een supermarkt gevestigd.
Tekst: Carel Wiemers
Beeld: Carel Wiemers
Eindredactie: Stichting 3 maart '45
"harde knallen bij slager Slootweg" & "Zweedse witte brood als geschenk"